Orde van Dienst
Voorganger: Ds. Laseur (wijkpredikant)
Thema: Hoever gaat jouw geloof?
- Orgelspel
- Woord van welkom, mededelingen, stil gebed
- (staande) Zingen: Liedboek (2013) nr. 25: 1, 10
- (staande) Bemoediging en groet
- Frank Achterberg (piano), Danieck (gitaar) en Reina (zang) Marchand Meere: I feel like going home (The Notting Hillbillies)
- Woord ter aansporing: Maleachi 3: 23 en 24a (NBV)
- Zingen: Reinier Kleijer: Protestlied tegen de wereldwijde terreur (melodie: Liedboek (2013) nr. 713)
- Gebed om Gods vergeving en Geest
- Schriftlezing: Lucas 1: 5-17 (NBV)
- Frank Achterberg (piano), Danieck (gitaar) en Reina (zang) Marchand Meere: Still my soul, be still (words and music by Keith & Kristyn Getty & Stuart Townend)
- Schriftlezing: Lucas 1: 18-24 (NBV)
- Zingen: Liedboek (2013) nr. 464: 1, 2
- Prediking n.a.v. Lucas 1: 18a (NBV)
- Frank Achterberg (piano) en Reina (zang) Marchand Meere: Blessings (Laura Story)
- Presentatie Kerstproject: ‘Liefdevol aangeraakt’ (Bernardine Kobes-Verheul)
- Dienst der gebeden
- Inzameling der gaven, terwijl Robin de Vries op piano speelt
- (staande) Zingen: Liedboek (2013) nr. 249
- (staande) Wegzending en zegen (3x gezongen Amen)
- Orgelspel
Zelfstudievragen
Bijbelgedeelte voor zelfstudie
Lucas 1: 1-4
Vragen voor zelfstudie
- Geniet het derde evangelie hogere mate van betrouwbaarheid bij jou, omdat het door een arts op schrift gesteld is voor een hoge Romeinse beambte in zijn dagen? Geef je mening.
- Op cruciale momenten doet de Here God van Zich spreken door ‘lichtend’ te verschijnen. Hoe kijk jij naar de diverse wijzen van communicatie, die Hij gebruikt in de vorm van droom, visioen of de gestalte van een engel?
- Evenals destijds Abraham vraagt ook Zacharias aan God om een teken. Hoever ga jij op de weg van het geloof? Waarom wel/niet?
Samenvatting preek
Tekst: Lucas 1: 18a
‘God, als U dan bestaat, gééf mij dan een teken!’ Dit kan een hartekreet zijn van een mens richting God, als Deze een tijd ons inziens niets van Zich heeft laten zien of horen. Met dat verwijt lag kerkvader Augustinus (354-430) als dertiger op z’n rug in de tuin van zijn woning te Milaan. ‘Hoe lang nog, Heer, háál me hier maar op!’
Totdat een kinderstem hem herhaaldelijk zingend toeriep: ‘Tolle, lege; tolle, lege (neem en lees).’ Hij liep naar waar hij een bijbel had liggen, sloeg een bladzijde op en las: ‘Laat door gedrag zien dat je helemaal bij de Here Jezus Christus hoort (BGT,Rom.13:14b).’ Nà deze zin vluchtte de duisternis van zijn twijfel.
Geloof tónen door als ouder een voorbeeld te zijn voor jongeren: niet alleen met mooie woorden, maar metterdaad. Als jongeren door je níet met zoveelste ‘witte leugens’ langs je ouders heen te werken. En laat ouderen ‘s morgens niet wegblijven uit diensten waar meer jongeren te vinden zijn met wat andere muziek.
Het is met name dit type pleidooi van de profeet Maleachi (3: 23,24a) aan het adres van oud en jong wat ook weer doorklinkt in de ontmoeting tussen de engel Gabriël en ‘gelukspriester’ Zacharias. Eén uit 18000 priesters, door het lot aangewezen, om éénmaal het reukoffer te brengen in het heilige der heilige van de tempel.
In dagen vóór de komst van Messias én nu lijken hoofdzakelijk oudere mensen het georganiseerde geloof in God gaande te houden. En zoals kerken nog altijd worden gerestaureerd vergrootte koning Herodes de Grote (37-4v.Chr.) onder stilzwijgen van Rome de tempel. Want dát is de plaats waar Lucas’ evangelie begint.
Met een minderheid die nog een geloof erop nahoudt met verwáchting (=adventstijd). Gemeente, hoe zit ‘t bij ons? Hoever gaat jouw geloof? Vaak draaien we ‘op routine’. Doen we de dingen die ons geleerd zijn. Zoals priester Eli meer dan 1000 jaar eerder als negentig-plusser de reli-toko in Silo draaiende gehouden heeft.
Maar of ons hart er dan nog in mee komt? In het huis Gods gaat vaak pas dan de alarmbel af, als kinderen vragen beginnen te stellen. Pap en mam, hóe moeten we leven? Wáár leeft een mens van? Van brood en spelen? En hoe kom je als mens de Bron van leven op het spoor? Ja, willen ouderen dan ‘worden als een kind’?
Zo mag voorganger Zacharias vragen, lofzegging en gebeden namens Zijn volk op het altaar leggen voor Gods aangezicht. Of hij daar ook zijn persoonlijke gebeden bij gevoegd heeft voor hem en zijn vrouw om een zoon? Òf was hij daar allang mee opgehouden vanuit de gedachte dat z’n (klein)kind er níet bij is als de Grote Dag aanbreekt?
Terwijl wij als mensen aan het vastlopen zijn in eigen ónmogelijkheden, zijn er nog altijd mogelijkheden bij God. Zorgt Hij voor een ‘gabber’ (Gabriël=doorverbinder met God). In de persoon van het zingende kind voor Augustinus. Of iemand die mét of vóór jou bidt: je vader of oma. En altijd in die Ene: Jezus Christus, onze Here!
Zacharias vroeg aan de engel: ‘Hoe kan ik weten of dat waar is?’ Wie zegt me, dat het zo wérkt? In het huis Gods schamen we ons vaak voor die vraag. Durven we aan twijfel nauwelijks stem te geven. En zeggen we zoiets als Zacharias hooguit op fluistertoon. Ja, hoe kan een mens straks buiten dan werkelijk tot een zegen zijn?
Juist als je het geloof níet meer gelooft? Nota bene nèt nu je ouder bent, heb je dít: ‘God, als U dan bestaat, gééf mij dan een teken!’ De priester, die een teken vroeg, wordt uitgerekend zélf voor het verzamelde volk tot teken. Ja, soms duurt ‘t lang, voordat een mens ermee naar buiten komt. Met het nare gevoel dat God eigenlijk níet met je is.
Als wij geloven dat God met ons bezig is, moeten wij aan Hem ruimte leren geven. Tijd in de stilte. Om eerst gezegend te wórden, vóórdat we tot zegen kunnen zijn. Om het kind-in-ons op weg van het geloof kans te geven. Advent is: God komt tót ons met ‘t (Levende) Woord (=Jezus). En Hij komt ook ín ons tot leven door de Geest.
Amen.