Levend Woord – juni 2018
Categorie:Levende Woorden
(Romeinen 14:14b)
Het kan nogal eens stroef lopen in een gemeente als duidelijk wordt dat er onderling verschillende meningen of gewoontes op na worden gehouden. Iedereen is overtuigd van zijn of haar mening en het lukt maar niet om de andere partij om te krijgen. Dan liggen spanningen en verwijdering op de loer.
Dat gebeurde ook in Rome en niet zo’n beetje ook. Moet je je voorstellen:
Joden die zich hun hele leven al trouw aan Gods wet houden komen tot geloof in Jezus. En ook door en door heidense Romeinen komen tot geloof in Jezus.
Beiden zijn enthousiaste volgelingen van Jezus en komen samen in de gemeentebijeenkomsten. Maar dan ontdekken ze hun grote onderlinge verschillen: andere eetgewoontes, andere invulling van de sabbat, andere feestdagen.
De Joden, die veel kennis hebben over hoe God deze zaken van oudsher heeft geregeld, zullen vast bereid zijn geweest dat aan de heidenen te leren, zodat zij God ook zouden kunnen eren door een mooie levensstijl. Maar de ex-heidenen staan daar helemaal niet voor open, want ze zouden Jezus verloochenen als ze zich onder de wet zouden stellen voor hun behoud.
Dat geeft grote onderlinge spanningen, want wie heeft er nu gelijk?
En zo brokkelt Gods werk, Zijn eigen gemeente waar Jezus voor gestorven is, af door onderlinge meningsverschillen over hoe je zou moeten leven volgens God. Dat is in en in triest.
En wat adviseert Paulus in deze situatie? Komt hij met het verlossende antwoord over wie er gelijk heeft? Nee! Hij wijst een heel andere weg. Gods grote wijsheid klinkt door in Paulus’ brief aan de Romeinen.
Vrij weergegeven zegt Paulus daarin het volgende:
Meningsverschillen onder gelovigen zijn er en zullen er altijd zijn. Aanvaard dat gegeven. Maar het hebben van een andere mening zal nooit de aanleiding zijn voor God om één van Zijn kinderen te laten vallen (Romeinen 14:4), zelfs niet als het een heel belangrijke zaak betreft. God alleen weet hoe ieder van Zijn kinderen oprecht denkt over wat goed is en wat kwaad is en hoe zijn kind daar zijn/haar leven al dan niet op afstemt. En God alleen kan hem/haar daar later op oordelen. De zonde schuilt niet in het hebben en naleven van een afwijkend standpunt over hoe je God behaagt, maar kan wel schuilen in hoe je met een meningsverschil over zo’n standpunt omgaat.
Paulus schrijft in Romeinen 13: 8: “Wees niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben, want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld.”
We weten dat de liefde waar Paulus hierover spreekt verdraagzaam is (1 Korinthiërs 13: 7). Accepteer en verdraag daarom in soortgelijke gevallen als boven beschreven, dat de ander een andere mening heeft en oordeel daar niet over (Romeinen 14: 10). Behoud daarnaast gerust je eigen overtuiging (Romeinen 14: 5) en leef daar naar, oprecht voor God (Romeinen 14: 6).
Maar houd tegelijk wel rekening met de belangen van andersdenkenden (Romeinen 14: 13). Breng elkaar niet in gewetensnood(Romeinen 14: 15), zoals de Joden de heidenen in gewetensnood zouden brengen als ze hen zouden opleggen om de Joodse wetten te gaan onderhouden zoals zijzelf doen en omgekeerd de heidenen de Joden in gewetensnood zouden brengen als ze hen zouden aansporen om onrein vlees te eten zoals zijzelf doen. Als je elkaar het leven niet moeilijk maakt door je eigen mening demonstratief voor te leven en op te dringen aan andersdenkenden binnen Gods gemeente, dan leef je in liefde met elkaar. (Romeinen 14: 22)
Gods Koninkrijk, zo zegt Paulus, bestaat helemaal niet uit die onderwerpen waar de meningsverschillen over gaan, maar het Koninkrijk bestaat uit gerechtigheid en vrede en blijdschap in de Heilige Geest. Dus richt je daarop, dan leef je echt een welbehaaglijk leven voor God en zullen mensen je waarderen. (Romeinen 14: 17,18)
Als we ons echter zouden gaan richten op de strijd over onze onderlinge meningsverschillen, dan halen we Gods goede werk door het slijk. (Romeinen 14: 16,20)
Maar, zo kan je hiertegen inbrengen, moeten we elkaar dan niet liefdevol vermanen, zoals ook in de Bijbel staat? Jazeker, maar alleen als iemand zondigt. En Paulus legt ons uit dat zondigen niet voor iedereen hetzelfde is. Zonde zit dieper dan het hebben van een mening of het verrichten van een zichtbare daad op basis van die mening. Zondigen is een verzet tegen God diep in het hart en dat kan zich bij iedereen anders uiten. Het is het bewust ingaan tegen jouw eigen mening over hoe je God met jouw hele leven dient en eert. (Romeinen 14: 5,6,14)
Daarom is het niet goed om te oordelen over elkaars meningen, maar wordt van ons gevraagd om elkaar met onze verschillende meningen te verdragen en om elkaar niet in verlegenheid te brengen of in gewetensnood. Dit alles uit liefde voor God en elkaar en tot opbouw van Gods Koninkrijk.