Levend Woord – februari 2018
Categorie:Levende Woorden
(Lucas 17: 6)
Ga er maar aanstaan. Je vraagt Jezus heel nederig om meer geloof, om een sterker geloof, en je krijgt dit antwoord. In eerste instantie zou je in je schulp kruipen van schaamte: blijkbaar is mijn geloof nog kleiner dan het allerkleinste mosterdzaadje, want voor mij gaan de bomen echt niet aan de loop. Mijn geloof is veel te klein om dat te verwachten.
Het lezen van de tekst in meerdere Bijbelvertalingen liet gelukkig echter een heel ander licht schijnen op deze tekst. Neem bijvoorbeeld de Willibrord vertaling of de Bijbel in gewone taal. Zij geven de tekst met een iets andere inval weer “De Heer zei: ‘Al heb je maar een vertrouwen als een mosterdzaadje, als je tegen die moerbeiboom daar zegt: “Kom met wortel en al uit de grond en verplant je naar zee”, dan zou hij je gehoorzamen.’ Jezus zegt daarmee: Jullie vragen om een groter geloof, een sterker geloof, maar daar gaat het niet om. Al is je geloof maar zo klein als een miezerig zaadje, het is groot genoeg voor God om wonderen te doen.
Pfff…opluchting, we kunnen weer tevoorschijn kruipen uit onze schulp met ons miezerig klein geloof. Voor God is het genoeg om wonderen door ons heen te doen. Het hangt blijkbaar helemaal niet van de grootte van ons eigen geloof af!
En wat blijkt bij navraag onder elkaar? Het blijkt inderdaad precies zo te werken in de praktijk!
Nee, er zijn géén bomen letterlijk gaan lopen naar de zee, maar er zijn wél andere wonderlijke en verstrekkende dingen gebeurd in mensenlevens van hier en nu. Het overkomt hen onverwacht. Plotseling heb je de moed om op te staan en anderen voor te gaan, spontaan mag je in kwetsbare momenten Gods liefde en vrede ervaren met een ander, zonder idee waar vandaan, weet je ineens zeker dat God iets bijzonders gaat doen en het gebeurt. Plotseling overkomt het je. Je wordt als het ware door God in je nekvel gegrepen en …voor je het weet is er iets gebeurd waar je achteraf zelf van staat te kijken: “Dat was ik niet….dat is onmogelijk. Dat deed God door mij!”
En hoe reageer je daarna? Jezelf op de borst slaan omdat jij door God bent uitgekozen om zoiets te mogen doen of beleven? Dat komt niet eens in je op. Je weet maar al te goed dat je er uit jezelf niet het lef of de kracht toe had gehad. Jezus Zelf laat de juiste reactie op zo’n wonder zien in Zijn onderwijs direct aansluitend op zijn uitspraak over de boom die zich verplaatst: Je gaat een werknemer die gewoon zijn werk doet toch ook niet opeens uitbundig prijzen. Het is niet meer dan normaal dat hij de taak uitvoert die zijn baas hem opdraagt.
Zo moeten wij dit ook zien: Ja, wij mogen soms bijzondere dingen doen en meemaken, maar het overkomt ons gewoon tijdens ons dagelijks werk in Zijn Koninkrijk. Het feit dat God daarbij soms prachtige dingen door ons heen doet, maakt Hém groot, niet onszelf, want we doen alleen maar wat God ons te doen geeft. En het zegt al helemaal niets over de grootte van ons eigen geloof, want een kruimeltje geloof is blijkbaar al genoeg voor God om grootse dingen tot stand te brengen.
Laten we dan met volle verwachting ons dagelijks leven met Hem weer ingaan, omdat God Zelf de wonderen door ons heen zal doen op Zijn tijd, op Zijn wijze en door Zijn kracht.