Jullie zijn Mijn schapen, de schapen die Ik weid; jullie zijn mensen en Ik ben jullie God – zo spreekt God de HEER.
(Ezechiël 34:31)
Geweldig, wij zitten gebeiteld! We hebben een almachtige, goede God, Die voor ons zorgt als een goede herder voor zijn kudde. Tenminste, als we bij Zijn kudde horen. Maar dat doen we toch, als we geloven in Jezus Christus, Gods Zoon (Romeinen 4: 11)? Wat kan ons dan in eeuwigheidstermen nog gebeuren, met zo’n liefdevolle, almachtige, trouwe en geduldige God als Herder!?
Maar toch. Diezelfde God kan wel verontwaardigd worden, lezen we in Ezechiël 34. Als Hij ziet hoe aardse herders (politieke en geestelijke leiders) zich verrijken en te goed doen aan Zijn schapen en daarbij hun eigen belangen voor laten gaan op die van de schapen, wordt Hij boos. Ja, God kan boos worden, als je je vergrijpt aan Zijn kinderen, aan Zijn volk, aan Zijn kudde. En je blijft nergens als mens, als God na veel geduld en tevergeefs waarschuwen uiteindelijk zegt: En nu is het genoeg! Laten wij daarom ook bidden voor onze huidige politieke en geestelijke leiders, want ook zij dragen een grote verantwoording naar God toe.
De slechte aardse herders uit Ezechiël kunnen het schudden; God geeft de kudde een nieuwe Herder die alle weggevluchte en afgedwaalde schapen weer bij elkaar gaat zoeken, namelijk Jezus (Ezechiël 34: 23,24).
Een precaire situatie dus om herder te zijn, maar de meesten van ons scharen zich onder de schapen en niet onder de herders. En wij hebben daarbij een goede Herder, Jezus, dus het komt wel goed toch?
Nou, dat is te zeggen. Verzen 17-22 uit Ezechiël 34 laten toch een enigszins verontrustend beeld zien. De dieren in de kudde vertonen hetzelfde gedrag als hun slechte herders! Ze knokken voor datgene wat ze zelf goed en fijn vinden en denken daarbij niet aan de belangen van de andere dieren. Al duwend en stotend bereiken ze wat ze willen, en voor de afvallers is er niets meer over. Dit gedrag maakt God opnieuw diep verontwaardigd. Hij gaat opnieuw oordelen, dit keer over het kleinvee uit Zijn eigen kudde. De vette dieren gaat Hij vragen waarom ze zichzelf zo te goed hebben gedaan ten koste van de zwakkere dieren. Maar, dat vette kleinvee loopt wel mee in Jezus’ veilige kudde? Hoe kan dat? We zijn toch allemaal veilig voor Gods oordeel als we in Jezus geloven?!
Jezus vertelt later Zelf ook dat Hij ooit zal oordelen over kleinvee. Hij zal scheiding maken tussen de schapen en de bokken (Mattheüs 25: 31-46). Mensen die goed hebben gedaan aan zelfs maar de minst belangrijke broer of zus van Jezus, zijn welkom in Zijn Koninkrijk. Omgekeerd zijn mensen die dat niet gedaan hebben, niet welkom en worden verwezen naar het eeuwige vuur dat voor de duivel en zijn engelen bedoeld is.
Maar, is het dan niet genoeg dat je in Jezus als jouw Redder en Herder gelooft, om in eeuwigheid veilig te zijn? Ja, toch wel (Johannes 3: 16-18)! Alleen via Jezus kunnen wij het Koninkrijk binnen en niet door onze eigen goede daden. De vraag is echter, of je Jezus ook werkelijk accepteert als Koning en Herder in jouw eigen leven (Ezechiël 34: 23,24). Laat je Hem al je gangen en verlangens zien? Durf je voor Hem in het licht te gaan staan en Hém te laten zeggen wat goed en wat fout is in je leven en hoe je daarmee verder moet (Johannes 3: 19-21)? Jezus is immers je Herder, niet jij bepaalt meer waarheen je gaat en hoe, maar Hij. Als je je zo durft overgeven aan je goede Herder en jouw Koning, dan verander je door Zijn goede zorg. Dan ga je als vanzelf steeds meer leven zoals God het wil en vruchten dragen die God graag ziet.
Dat vrucht dragen voor Jezus belangrijk is bij het oordeel, komt ook naar voren in het feit dat Hij spreekt over het scheiden van de bokken van de schapen in Zijn gelijkenis uit Mattheüs 25. Schapen leveren veel op voor de herder: wol, melk, vlees. Bokken, mannetjes geiten, daarentegen leveren geen melk en ook geen wol en nauwelijks of geen vlees. De bokken, die geen “vrucht” opleveren worden in de gelijkenis dan ook afgewezen.
Is dit dan al met al een oproep om snel veel goede werken te gaan doen? Nee! De schapen uit de gelijkenis van Jezus waren zich immers niet eens bewust van hun goede werken voor Jezus en vragen Hem dan ook verbaast wanneer ze dat dan gedaan hebben.
Het is echter wel een oproep om in het licht te gaan staan voor Jezus en om niets meer geheim te houden in je leven, maar alles bloot te leggen voor God. Laat Jezus je Herder en Koning zijn en geef hem zeggenschap over jouw leven. Dan zal Hij, door de Heilige Geest, je leven vruchtbaar maken, precies op een manier die helemaal bij jou past. Dat gaat “gewoon vanzelf”, jij hoeft alleen maar achter de Herder aan te gaan. En dan zal je in liefde leren omgaan met de andere schapen in de kudde en hen evenveel gunnen als jezelf. Dan kom je vanzelf waar God je wil hebben in je leven in deze wereld, met als eindbestemming het nieuwe Jeruzalem waar het zegen op zegen van God zal regenen en geen kwaad je meer bedreigen zal.
Kom, ga mee! De Herder roept!