Eredienst – zondag 18 december 2016 om 10.00
Categorie:Digipreek
Voorganger: Ds. Laseur
Thema: Bathseba!
- Orgelspel
- Woord van welkom, mededelingen, stil gebed
- (staande) Zingen: Liedboek 2013 nr. 130
- (staande) Bemoediging en groet
- Zingen: Liedboek 1973 nr. 125: 2, 3
- Gebed van verootmoediging
- Genadeverkondiging
- Zingen: Evangelische Liedbundel nr. 376: 1
- Gebed om Gods Geest
- Schriftlezing: 2 Samuël 11: 1-15 (NBV)
- Zingen: Liedboek 2013 nr. 32: 1
- Schriftlezing: 2 Samuël 12: 1-15 (NBV)
- Zingen: Liedboek 2013 nr. 32: 4
- Toelichting Kerstproject zondagsschool
- Zingen: R. Kleijer nevendienstlied 1 (melodie: ‘Altijd is Kortjakje ziek’), terwijl kinderen groepen 1 t/m 8 naar de nevenruimte gaan
- Prediking n.a.v. 2 Samuël 12: 13a (NBV)
- Zingen: Psalm 51: 5, 6
- (staande) Wij gedenken: Egbert Apperloo (1928-2016)
- (staande) Zingen: Evangelische Liedbundel nr. 376: 2
- Dienst der gebeden
- Inzameling der gaven
- (staande) Zingen: Liedboek 1973 nr. 423
- (staande) Wegzending en zegen (3x gezongen Amen)
- Orgelspel
Tekst: 2 Samuël 12: 13a (NBV)
David antwoordde Nathan: ‘Ik heb gezondigd tegen de Heer. Toen zei Nathan: ‘De Heer vergeeft u die zonde…’
Twee maanden geleden overleed hij: Simon Peres. President van de staat Israël (2007-2014). In december 1994, tijdens debat in Israëlisch parlement (Knesset), zei toenmalige minister van buitenlandse zaken: ‘Niet alles wat David gedaan heeft – op de begane grond of op het dak – is aanvaardbaar voor een Jood als ik…’
‘Wandelen op het dak van een paleis’ komt in de bijbel twéé keer voor. Hier bij David en bij koning Nebukadnezar in Babel (Dan.4:29). Géén van beide keren komt er iets goeds uit voort. Het brengt Nebukadnezar tot een uiting van hoogmoed. En het maakt David tot gluurder, terwijl ook hij op het slagveld had moeten zijn.
Als David toen met zijn leger mee getrokken zou zijn in de slag tegen de Ammonieten, zou het geslachtsregister van Jezus er anders hebben uitgezien. Dan zou Bathseba daar níet in voorgekomen zijn (Mt.1:6). Zo ingrijpend kan een menselijke beslissing zijn. Nu is er in wezen een heel ander soort ‘slagveld’ ontstaan.
Het valt niet uit te sluiten, dat David Bathseba al eens eerder gezien had. Haar vader Eliam (mijn God is oom) was de zoon van Achitofel (dwaze broeder): Davids belangrijkste adviseur. Zij en Uria behoorden tot een selecte groep van Davids helden (2Sm.23:39). Toch kwam ‘de hofaffaire’ niet uit door Peter R. de Vries.
Wèl door zwangerschap. Omgeving toen en nu staat klaar met reactie: ‘Snap jij, dat een man Gods zich verlaagt tot vreemd gaan en moord?’ Kohlbrugge (1803-1875) zegt: ‘Pas op als je zó denkt want níet zelden heb je dan zelf al érger gezondigd dan David!’ Immers elkeen heeft eigen zwakheden waar we liever over zwijgen…
Moeiten met kinderen, stukgelopen relaties en onmacht om kwetsbaar te zijn. Dikwijls proberen we dit te verdoezelen. Of geven wij anderen de schuld. Of we trachten dit te overstemmen door onze successen in de etalage te leggen. Zeker in een maatschappij als de onze waar je op een fout knetterhard wordt afgerekend.
David leefde over zijn zonde heen totdat de profeet Nathan (God heeft gegeven) bij hem kwam. Hij houdt hem spiegel voor in de vorm van een verhaal. In reactie reageert David almaar godsdienstiger zolang hij denkt, dat ‘t gaat over diefstal van een miljonair bij een kleine middenstander. Tótdat spits van de hofpreek hem ráákt!
David antwoordde Nathan: ‘Ik heb gezondigd tegen de Heer. Toen zei Nathan: ‘De Heer vergeeft u die zonde…’ Ook dáárom staat sinds de Reformatie preek in de eredienst centraal. Als middel in Gods hand. Níet om neer te slaan, maar om terug te roepen. Tot leven waar God weer op troon van hart zit. En niemand anders.
Dan houdt elke zelfverontschuldiging op. Zegt de mens niet meer: ‘Ik ben stom geweest. Of ik heb mezelf ermee. Of anderen kijken me erop aan.’ Nee, waar de Geest aan het werk is, gaan we zien wat David zag. Ga je zonde niet vergoelijken, maar onder ogen zien. Erkennen. Toen zei Nathan: ‘De Heer vergeeft u die zonde…’
Gemeente, gaat dit niet allemaal te snel? Toch niet. Weliswaar blijft David zelf in leven en krijgt zijn verhouding tot God een nieuwe dimensie. Maar de omgeving thuis had te maken met een enorme nasleep. Wat opvalt, is dat David Bathseba tróóst (2Sm.12:24). Hierin zijn ze voorloper van een ander Kind ons geboren, dat stierf als Lam.
Deze Zoon van David is de ware Jedidja (lieveling van de Heer). Lam, dat ons brood at en uit onze beker dronk (2Sam.12:3). Door wie Hij is en wat Hij doet, brengt Hij God dichtbij. Zijn passie (lijden) is een andere dan die van David voor Bathseba. Zijn liefde laat géén mens vallen, maar doet op de knieën gaan (2 Sam.12:25).
Amen.