eredienst ambtsdrager(her)bevestiging – zondag 13 maart 2016 om 10 uur
Categorie:Digipreek
Voorganger: Ds Laseur (wijkpredikant)
Thema: Hij laat niemand los!
- Orgelspel
- Woord van welkom, mededelingen, stil gebed
- (staande) Zingen: Liedboek 2013 nr. 43: 1, 2, 3
- Bemoediging en groet
- Zingen: Liedboek 2013 nr. 43: 4, 5
- Gebed om Gods Geest
- Schriftlezing: Lucas 22: 66-71 (HSV)
- Zingen: Liedboek 2013 nr. 558: 1, 6, 7
- Kinderen van groep 6 t/m 8 gaan naar de nevendienst
- Prediking n.a.v. Lucas 22: 68 (HSV)
- En als Ik een vraag zal stellen, zult u Mij zeker niet antwoorden, of Mij loslaten.
- Zingen: Evangelische Liedbundel nr. 178: 1, 3
- Her)bevestiging ambtsdragers
- (staande) Zingen: Reinier Kleijer DV nr. 263 (melodie: Liedboek 2013 nr. 134)
- Dienst der gebeden
- Inzameling der gaven
- (staande) Zingen: Evangelische Liedbundel nr. 246: 2, 3
- (staande) Wegzending en zegen (3x gezongen Amen)
- Orgelspel
Tekst: Lucas 22: 68 (HSV)
En als Ik een vraag zal stellen, zult u Mij zeker niet antwoorden, of Mij loslaten. /strong>
Annette Merz, sinds vorig jaar hoogleraar Nieuwe Testament aan de Protestantse Theologische Universiteit in Groningen, heeft een geheel eigen benadering van de Here Jezus. Zij stelt: ‘Het meest fundamentele recht van een mens is om te mogen bestáán. Dat geldt niet alleen voor mensen van nu, maar ook voor die van vroeger…
Door de doodstraf over Hem uit te spreken ontnam Pilatus op aandringen van het Sanhedrin Jezus het recht om te bestaan. En wie tegenwoordig roept dat Jezus een mythisch figuur is, die níet op aarde heeft rondgelopen, doet eigenlijk hetzelfde. Daarmee wis je een mens, die met heel zijn leven ergens voor (in) stond, uit het collectieve geheugen.’
Maar is Jezus niet veel méér dan een mens? Valt het niet op, dat Jezus nà de onrust in de hof van Gethsémané innerlijk in balans is? Kijk hoe Hij reageert tijdens het nachtelijk verhoor in het huis van hogepriester Kajafas. Marcus en Mattheüs maken hiervan melding, maar Lucas níet. Wèl hoe Hij voorgeleid wordt bij Sanhedrin.
Lucas wil in zijn evangelie meteen tot kern van ‘de zaak Jezus’ komen. De onderzoeksvraag lijkt open: ‘Bent U de Christus? Zeg het ons (vs.67).’ Níet wat volgelingen zeggen, maar U Zélf. Wie bent U, Jezus? Zoon van God? Niemand toen én niemand nu kan om die vraag heen. Kajafas niet. Pilatus niet. U en ik niet.
Had Jezus maar gezegd, dat God belangrijk is in Zijn leven. Dan hadden de morele autoriteiten Hem wel laten gaan. Met eervolle vermelding, dat dit getuigenis Hem ‘een móói mens’ maakt. Zoals we vandaag de dag er ook nog wel een paar hebben. Maar aanspraken van Jezus gaan dieper zoals over de tempel van Zijn lichaam in 3 dagen.
En Zijn voorspelling over wat er met Jeruzalem staat te gebeuren. Tijd voor een aanklacht, waartegen Hij Zichzelf verdedigde met opmerking: En als Ik een vraag zal stellen, zult u Mij zeker niet antwoorden. Dat zegt de Heiland tegen Zijn rechters, die eigenlijk optreden als aanklagers. En wat krijgt Hij hier en nu van ons te horen?
Samen staande in het algemeen ambt van gelovige? Of als ouderling(-kerkrenmeester), diaken of predikant als uitwerkingen hiervan. Ieder laat zo meteen zijn of haar (hernieuwde) ja-woord horen. Aan Hem, die er tegenover het Sanhedrin nog iets bij zei: U zult Mij zeker niet loslaten. Het lijkt nèt alsof Jezus nóg eens wèg wil uit Zijn roeping.
Zoals dat ook leek in de hof van Gethsémané (vs.42). In bijbelhandschriften en vertalingen wordt dit deel van Jezus uitspraak weggelaten. Alleen Lucas levert het als enige evangelist over. Jezus vraagt aandacht voor het feit dat Hij, zowel toen voor Sanhedrin alsook nu voor mensen, níet mag zijn wie Hij is: mens én (Zoon van) God.
Het recht van Jezus om zó te mogen bestaan wordt nog altijd ontkend. Maar Zijn manier van optreden laat niemand los. Ook nu niet aan de rechterhand van God (vs.69). Vraag van vandaag aan ons állen is eigenlijk deze: Geven wíj Jezus hier en nu écht de vrijheid om de Heer van ons leven te zijn? En wat doen ambtsdragers?
Onder aanroeping en aanvoering van de Geest mogen wij/zij anderen meenemen in dit (vernieuwings)proces. Zoals aartsvader Jacob daar ooit eerder stem aan gaf tijdens zijn worsteling bij de Jabbok: ‘Ik laat U niet los tenzij U mij zegent (Gen.32:26)! Om tot zegen te mogen zijn. In het besef, dat Hij jullie/ons nóóit loslaat.
Amen.