Avondmaalsdienst – zondag 10 september 2017 om 10.00 uur
Categorie:Digipreek
Voorganger: Ds. E.G.H. Laseur
Thema: Stem vanuit de diepte!
- Orgelspel
- Woord van welkom, mededelingen, stil gebed
- (staande) Zingen: Liedboek 2013 nr. 130
- Bemoediging en groet
- Zingen: Evangelische Liedbundel nr. 232
- Gebed om Gods Geest
- Kinderen van groepen 1 t/m 8 gaan naar de nevenruimte, terwijl wij nevendienstlied 6 (melodie: Liedboek 2013 nr. 801) zingen
- Schriftlezingen:
- Jona 2 (BGT)
- Mattheüs 12: 38-40 (BGT)
- Zingen: Liedboek 2013 nr. 350: 1,2,5
- Prediking n.a.v. Jona 2: 1b,2a (BGT)
- (staande) Zingen: Apostolische Geloofsbelijdenis
- Onderwijzing
- (staande) Gezongen dankzegging: Liedboek 2013 nr. 116: 5,6,7
- (staande) Wij gedenken: Aaltje Meere-Vledder (1933-2017)
- (staande) Zingen: Liedboek 1973 nr. 466: 2
- Dienst der gebeden
- Inzameling der gaven
- (staande) Zingen: Liedboek 2013 nr. 713: 1,2
- (staande) Wegzending en zegen (3x gezongen Amen)
- Orgelspel
Tekst: Jona 2: 1b,2a (BGT)
Drie dagen en drie nachten zat Jona in de buik van de vis. Daar bad hij tot de Heer, zijn God.
Steeds meer Nederlanders houden vakantie in Tsjechië en Slowakije. In Bohemen hebt u bij bezichtiging van 18e eeuwse kerken vast wel eens een zogeheten ‘walviskansel’ gezien. Kansels in visvorm. Gesneden uit hout. Met de muil wijd opengesperd. Tussen de tanden door verschijnt dan de prediker.
Opkomend door een tunnel, die verwijst naar de buik van het monster. Door een kind ooit de ‘zoutwatertaxi’ van Jona genoemd. Niet weinige bijbeluitleggers ‘verslikten’ zich in de vraag of dit Bijbelgedeelte wáár gebeurd is. Iemand zei schalks: ‘Verslikte de vis zich welhaast in Jona of Jona in de vis?’
Menige historiserende preek verhaalt over walvisvaarders, die over boord gevallen, tóch in leven gebleven zijn. Een biologische preek was bezig met de vraag of er genoeg zuurstof zit in het spijsverteringskanaal van de vis. En niet teveel zoutzuur in de maag ervan zoals bij een potvis. Ik laat het zitten.
Voor het verstaan van de psalm van Jona maakte de oudgereformeerde dominee Johan van der Poel (1909-1981) een opmerking: ‘Jona had het boven water banger dan onder…’ Drie dagen en drie nachten zat Jona in de buik van de vis. Daar bad hij tot de Heer, zijn God. Láter dan de scheepsheidenen.
Kohlbrugge (1803-1875) zegt in dit verband: ‘De weg tot behoud is in onze ogen vaak een hellevaart!’ Maar aanvankelijk leek de profeet géén zee te hoog te gaan. Maar na een dag of drie begint het te stormen in zijn ziel. En dan komt als vanzelf de vraag: ‘Wat is je houvast, als je diep komt te zitten?’
Dan gaat ‘t door hem heen: ‘Het had afgelopen kunnen zijn, maar opeens moet ik toch aan U denken, God. Bij U zijn er zelfs uitkomsten tegen de dood. Maar één, twee, drie opnieuw beginnen met U is gemakkelijker gezegd dan gedaan.’ Zo klinkt deze stem vanuit de diepte. Vanaf de bodem van de Middellandse Zee.
Zo slaperig als hij was op het schip, zo wáákzaam is hij in de grote vis. Wie later in Zijn prediking op Jona teruggrijpt, is de Méérdere Jona die volkomen onschuldig ‘kopje onder’ is gegaan in onze zeeën van schuld. De tempel van Zijn lichaam werd ook in drie dagen/nachten afgebroken en weer opgebouwd.
God beschikte ons als vis: ichthus, Iesous Christos, theou huios sootèr! Jezus Christus, Zoon van God, Zaligmaker. Onze arke des behouds, die dankzij de Geest van opwekking vanuit het ingewand der aarde terug kwam. Om door viering van het Heilig Avondmaal ons te bepalen bij de Stem uit de diepte.
Die van de Opgestane van wie geldt: ‘Son amour dure toujours.’ Hij gooit niet de zondaar, maar diens zonden in de diepte van de zee der vergetelheid (Micha 7:19). Komt dan en proeft hoe goed de Here is.
Amen.