Eredienst zondag 9 oktober 2016 om 10 uur
Categorie:Digipreek
Voorganger: Ds Laseur (wijkpredikant)
Thema: Vergeet-mij-niet(je)!
- Orgelspel
- Woord van welkom, mededelingen, stil gebed
- (staande) Zingen: Liedboek 2013 nr. 77: 1, 2
- (staande) Bemoediging en groet
- Sanne en Eva Eenkhoorn zingen: Ik zal er zijn (Sela)
- Geloofsaansporing: Jacobus 1: 2-4 (NBV)
- Zingen: Liedboek 2013 nr. 1008: 1, 2
- Gebed om Gods vergeving en Geest
- Schriftlezing: Genesis 40 (NBV)
- Zingen: Liedboek 2013 nr. 166b: 3
- Zingen: Reinier Kleijer nevendienstlied 1, terwijl groepen 6 t/m 8 naar de nevenruimte gaan (melodie: Altijd is Kortjakje ziek)
- Prediking n.a.v. Genesis 40: 7 en 14a (NBV)
‘Waarom kijkt u vandaag zo somber?’ vroeg hij deze hovelingen van de farao, die samen met hem in de gevangenis van zijn meester zaten. Ik hoop dat u aan mij zult denken als het u straks goed gaat… - Sanne en Eva Eenkhoorn zingen: Aan mijn zij (Sela)
- Dienst der gebeden
- Inzameling der gaven, terwijl Robin de Vries op piano speelt
- (staande) Zingen: Liedboek 1973 nr. 464
- (staande) Wegzending en zegen (3x gezongen Amen)
- Orgelspel
Tekst: Genesis 40: 7 en 14a (NBV)
‘Waarom kijkt u vandaag zo somber?’ vroeg hij deze hovelingen van de farao, die samen met hem in de gevangenis van zijn meester zaten. Ik hoop dat u aan mij zult denken als het u straks goed gaat
Als het leven pijn doet, kan je dat meestal aan mensen zien. Tenminste als je in medemensen geïnteresseerd bent. Harde mensen worden dan soms zachter. En zachte mensen worden menigmaal harder. En Jozef? Thuis stond hij bekend als iemand, die drukker met zichzelf is dan met anderen. Heeft hij zelfmedelijden?
Inmiddels was er veel met hem gebeurd. In de onderaardse gewelven van de gevangenis van de farao van Egypte had Jozef weliswaar soort VIP-status, maar zat hij toch wel ‘vast’. Daar waar álle mensen elkaars gelijken zijn, kom je te weten wat je overhoudt als alle opsmuk weg is in het ‘gevang van ziekte en zorg’.
Op een dag worden er twee gevangenen binnen gebracht. De meesters van het wijn- en bakkersgilde. Of ze betrokken waren bij een complot tegen de farao? Of dat de farao ten prooi gevallen was aan een (voedsel) vergiftiging? In elk geval moeten beiden in afwachting van doodstraf òf gratie eerst gaan ‘brommen’!
‘Waarom kijkt u vandaag zo somber?’ vroeg hij deze hovelingen van de farao, die samen met hem in de gevangenis van zijn meester zaten. Oog hebben voor de zorgen van anderen, terwijl je zelf ook helemaal ‘ ast’ zit. Dát is een kunst. Genáde, zegt de Schrift. Soms stellen we een vraag aan een ander om over onszelf te kunnen beginnen.
Bij Jozef waren er kennelijk een paar karakterkwaliteiten bij gekomen. In tegenspoed is hij socialer geworden. Hij legt medeleven aan de dag. En vervolgens helpt hij de schenker en de bakker ‘uit de droom’. Die dromen noemt Hij bewust een boodschap van God. In beider droom komt het getal drie voor. De grote wending?!
Daarbij vraagt hij ‘bij goede afloop’ om hem géén ‘vergeet-mij-niet(je)’ bij farao te laten worden: Ik hoop dat u aan mij zult denken als het u straks goed gaat… Je voelt Jozefs verlangen naar vrijheid. Waarom de schenker ‘vergeetachtig’ is? Misschien wil hij de farao laten vergeten, dat hij onlangs nog bajesklant was.
Of hij wachtte op een geschikt moment. Alléén, dat komt niet gauw vanzelf. Sommige mensen hebben al ras een goed geweten, omdat ze een slecht (korte termijn) geheugen hebben. De ader der dankbaarheid slibt bij ons dicht, omdat we alles zo snel gewoon vinden. De ander is bij ons soms zo rap uit beeld…
Een eenzame medestudent, familie waarvan partner overleden is of vriend die gescheiden is? Menigeen voelt zich als ‘Jozef in Egypte’, die nog twee volle jaren moest nablijven in het cachot (Gen.41:1). Dan voel je je als mens ook ‘godvergeten’. Zo níet de ene medegehangene naast de Here Jezus aan het kruis.
Hij zei: ‘Jezus, denk aan mij, wanneer U in uw Koninkrijk komt (Luc. 23:42).’ Jezus belooft het paradijs. Hij bidt voor wie Hem kruisigden. En van daaruit heeft Hij zijn moeder op ‘t oog. Wíj denken: God ziet ons niet, maar Zijn Zoon bidt voor ons dat het geloof níet ophoudt (Lc.22: 32). Laten we het verschil maken.
Door zelfs in ‘de gevangenis van moeite en verdriet’ te blijven vragen: ‘Wie vergeet ik? Zie ik ander écht? En wat dóe ik er dan mee?’ Zoals het lied zegt, dat zo meteen gezongen wordt: ‘In de diepste nood, door de moeite heen, blijft U aan mijn zij, U mijn God alleen.’ Nee, Hij vergeet de Zijnen niet. Amen.