Eredienst zondag 30 oktober 2016 om 10 uur
Categorie:Digipreek
Voorganger: Ds. Laseur (wijkpredikant)
Thema: De beker(ing)!
- Orgelspel
- Woord van welkom, mededelingen, stil gebed
- (staande) Zingen: Liedboek 2013 nr. 146: 1, 2, 3
- (staande) Bemoediging en groet
- Zingen: Liedboek 2013 nr. 146: 4, 5
- Geloofsabemoediging: Romeinen 8: 27, 28
- Zingen: Evangelische Liedbundel nr. 448
- Gebed om Gods vergeving en Geest
- Schriftlezing: Genesis 44: 1-17
- Zingen: Liedboek 2013 nr. 166a: 7
- Zingen: Reinier Kleijer nevendienstlied 2, terwijl groepen 1 t/m 8 naar de nevenruimte gaan (melodie: Evangelische Liedbundel nr. 454 )
- Prediking n.a.v. Genesis 44: 7b en 16b (Wij zouden zoiets nooit doen. Juda antwoordde: ‘Hoe kunnen we ons vrijpleiten? God heeft de misdaad van uw dienaren aan het licht gebracht. Wij zijn bereid uw slaaf te worden, mijn heer, niet alleen degene bij wie de beker is gevonden, maar wij allemaal.’)
- Zingen: Opwekking nr. 599
- Dienst der gebeden
- Inzameling der gaven
- (staande) Zingen: Liedboek 1973 nr. 452: 2, 3
- (staande) Wegzending en zegen (3x gezongen Amen)
- Orgelspel
Tekst: Genesis 44: 7b en 16b (NBV)
Wij zouden zoiets nooit doen. Juda antwoordde: ‘Hoe kunnen we ons vrijpleiten? God heeft de misdaad van uw dienaren aan het licht gebracht. Wij zijn bereid uw slaaf te worden, mijn heer, niet alleen degene bij wie de beker is gevonden, maar wij allemaal.’
De leerschool van het leven is soms bikkelhard. En wat wil het geval? Degene die mét God door het leven wil, krijgt menigmaal meer op z’n dak dan wie het anders doen. Daar kunnen we vaak met de pet niet bij. De bij Benjamin gevonden beker heeft een enorme nawerking. Ook in hoe de broers zichzelf zijn gaan leren zien.
Eerst horen we hoe ze hun straatje schoon vegen. Met de woorden van het eerste deel van de tekst: Wij zouden zoiets nooit doen. O God, ik dank U, dat ik niet zó ben als de andere mensen (Luc.18:11a). Hoelang volharden ook wij soms in die houding. Kijken we nèt zolang in de spiegel, totdat we een eerlijk gezicht hebben.
Liever leven in de leugen dan een ondraaglijke waarheid vertellen. De reformator Luther noemt leven-tegen-het-geweten-in levensgevaarlijk. Op een kruispunt in zijn leven zegt hij dan ook: ‘Hier sta ik, ik kan niet anders, zo waarlijk helpe mij God!’ Wij denken dan menigmaal: ‘Hier sta ik, ik kan ook ánders en áls God er is: Hij helpt níet!’
Maar vroeg of laat komen de dingen toch uit. Met de woorden van het tweede deel van de tekst: ‘Hoe kunnen we ons vrijpleiten? God heeft de misdaad van uw dienaren aan het licht gebracht.’ Juda stapt uit de zwijgcultuur van de schaamte. Daarin blijven is schadelijk. Voor zijn relatie met God én de mensen om hem heen.
Plots (h)erkent hij zijn schuld. Beseft hij: ‘Ik heb iets niet goed gedaan en ik moet het goedmaken.’ Ergens doet hij denken aan verloren zoon, die terugkeert: ‘Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden, behandel mij als één van uw dagloners (Luc.15:18b,19).
Met de woorden van het derde deel van de tekst: ‘Wij zijn bereid uw slaaf te worden, mijn heer, niet alleen degene bij wie de beker is gevonden maar wij allemaal.’ De gevonden beker leidt tot ‘een begin van bekering’. Ze denken niet langer meer aan zichzelf, maar nu ook aan hun oude vader Jacob en broer Benjamin.
Gemeente, hoe is dat bij ons? Ja, laten we de vraag van vandaag ook maar tot de onze maken: Hoe krijgen wij vrede met de hemelse Vader, terwijl wij Hem menigmaal toch op het hart trappen? Dit gaat ook voor ons níet buiten de beker om, want de beker is symbool van het leven. In Egypte ook verwijzing naar de toekomst.
Deed je er een druppel olie in, dan kon je aan de vorm van de druppel de toekomst aflezen (vs.5a). Zo’n beker van zilver had Jozef in de zak bij zijn jongste broer laten stoppen. Maar niet enkel bij hem. Weet u bij wie nog meer? Je zult opkijken: ja, bij ons allemaal! Weet je door wie dat gedaan is? Ja, door de Here God Zélf!
Over drie weken is Zijn vraag bij de viering van het Heilig Avondmaal ook aan ieder van ons: Wáár is de beker? De beker, die verwijst naar (de toekomst van) Mijn Zoon. Waarom stop je Hem zo diep weg in je bagage? Heb je écht niets aan te geven? Geen grammetje schuld? Daarom is voorbereiding ook belangrijk.
Op die weg zegt de Geest: kom tot de Vader. Houd de deur niet dicht. De Leeuw van Juda werd het Lam en zei: Ik ben de Deur (Jh.10:7) Hij droeg de zak met onze zonden weg. Hij stierf de slavendood aan het kruis. Hij dronk de beker uit, die leven geeft. Hij noemt ons géén slaven maar vrienden (Jh.15:15). Heilige Doop en Heilig Avondmaal zijn heilige tekenen voor de toekomst van ónheilige mensen.
Amen.