Oudejaarsdienst – donderdag 31 december 2015 om 19.30 uur
Categorie:Digipreek
Voorganger: Ds Laseur (wijkpredikant)
Thema: Tussen hoop en vrees!
- Orgelspel
- Woord van welkom, mededelingen en stil gebed
- (staande) Zingen: Reinier Kleijer: DV nr. 317 (melodie: Liedboek nr. 245)
- (staande) Bemoediging en groet
- Benno Kok en Anita van der Molen-Holl: Uit: Die Deutsche Messe van Friedrich Schubert (1797-1828): ‘Wohin soll ich mich wenden’
- Gezamenlijk gelezen geloofsbelijdenis van Nicea (staande)
- Zingen (staande): Liedboek 2013 nr. 314: 3
- Gebed om Gods Geest
- Schriftlezing: Psalm 39 (NBV)
- Zingen: Liedboek 2013 nr. 39: 1, 2, 3
- Prediking n.a.v. Psalm 39: 8 (NBV)
Wat heb ik dan te verwachten, Heer? Mijn hoop is alleen op U gevestigd. - Zingen: Liedboek 2013 nr. 39: 4, 5, 6
- Gemeentekroniek 2015
- Benno Kok en Anita van der Molen-Holl: J.S. Bach (1685-1750): ‘Jesus, unser Trost und Leben’
- Gezamenlijk gebeden avondgebed van Luther
- Inzameling der gaven
- (staande) Zingen: Reinier Kleijer: DV nr. 248 (melodie: Liedboek 2013 nr. 248)
- Wegzending en zegen (3x gezongen Amen)
- Orgelspel
Bijbelgedeelte voor zelfstudie
1 Kronieken 29: 10-17
Vragen voor zelfstudie
- ‘Net als al onze voorouders zijn wij slechts vreemdelingen, die als gasten bij U verblijven…’ (1Kron.29:15a;Ps.39:13b). Hoe kan het, dat David bij alles wat aan verandering onderhevig is toch een constante kan vinden bij God?
- ‘Zwijg niet bij mijn tranen (HSV)’, ‘Wees niet doof voor mijn verdriet (NBV)’, zegt David (vs.13). Wat is (jo)uw ervaring met God hierin aan het einde van dit kalenderjaar 2015?
- Welke dingen voorziet David in de omgang met God, als we met de last(en) des levens níet (meer) bij Hem komen?
Tekst: Psalm 39: 8 (NBV
Wat heb ik dan te verwachten, Heer? Mijn hoop is alleen op U gevestigd.)
Is er hoop onder álle omstandigheden? Op Luther afgaande wèl, als hij zegt: ‘De God die ons soms met de linkerhand tegen de grond drukt, is Dezelfde die ons met de rechterhand opricht!’ Een stevige stelling, die ik tegen het licht wil houden. Want wat was ónze hoop op de laatste avond van oudjaar 2014?
Als het nèt Kerst geweest is en ieder is gezond, lukt ’t wel om hoopvol te geloven. Maar zodra er één erg ziek op bed ligt, is ’t meteen anders. Ik ontken niks. En dan wordt het Palmzondag 29 maart. Eén van vijf belijdenis-kandidaten vecht voor gezondheid om erbij te mogen zijn. Hoop die háár doet leven.
En dan wordt ‘t Pasen. Geloof in de opstanding der doden. Maar toch moet je op jaarbasis negen gemeenteleden opgeven die we níet gezond gebeden kregen. En dan wordt ‘t Pinksteren. Geest van hierboven, die leert geloven om hoop op God níet te verliezen. Maar hoe velen zijn gang naar Bethel al kwijt?
Hebben zij geen hoop meer nódig of zijn zij die al kwijt? Eisten ziekte of werkloosheid hun tol? Waardoor kent onze hoop tegenwoordig nog maar zo weinig verwachting? Of is ’t zoals Paul de Leeuw ooit al een keer zei in tv-programma: ‘Toen welvaart toenam, verdween God naar het schuurtje!’ Einde citaat.
Zodra David de hoop kwijt is – al dan niet door eigen toedoen -, wil hij ermee naar God. En vraagt zich daarbij af wat de beste manier is. In stilte of recht voor de raap? Immers als je gewoon te lang niet krijgt wat je vraagt wordt ons bloed soms als karnemelk. Hoe kom je dan als mens met God in het reine?
Want Davids zoon Salomo stelt terecht, dat een langgerekt hopen het hart van een mens ziek maakt (Sp.13:12). Dan komt een mens op punt dat hij opeens samen met David zegt: ‘Hoelang móet ik nog (vs.5-7)?’ De vraag doet denken aan roman ‘Niemand is onsterfelijk’ van Simone de Beauvoir (1908-1986).
Edelman Fosca, die in 1279 in het Italiaanse stadje Carmona geboren werd, drinkt daar ‘het elixer der onsterfelijkheid’. Maar op gegeven moment kon hij niet meer liefhebben. Niet omdat hij te oud was, maar omdat hij géén enkele geliefde eeuwig trouw kon beloven omdat elk slechts ‘tijdelijk houdbaar’ was!
Staande op de drempel van oud naar nieuw is ‘t goed om nog eens van elkaar te horen wat bron van je kracht is. David maakt er géén geheim van: Wat heb ik dan te verwachten, Heer? Mijn hoop is alleen op U gevestigd. Móói gesproken maar wát als de ‘emmer van het geloof’ eind 2016 straks wéér leeg is?
Op deze laatste dag van dit veelomvattende jaar hebben we allemaal iets van de houthakker die voor de klus staat om een enorme boom om te hakken. Die van ‘t oude jaar. Wat deden we? En wat lieten we juist achterwege? Wèl hoop gehad, maar duidelijk te weinig verwachting. Waardoor kómt dit toch?
Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen (Hebr.11:1). Maar waarom blijft ons geloof vaak zo lam en tam? We bidden wel, maar hóe? Vaak is ons gebed als de botte bijl terwijl sommige mensen bewust zeggen: ‘Ga naar smid om je bijl te laten slijpen.’ Wat zeggen wíj dan: ‘Géén tijd voor!’
Volgend jaar meer bidden? Gaat Hemelse Smid ons vaker ontmoeten bij het aambeeld van Zijn liefde? Bij de andere Zoon van David: Jezus Christus? Deze met Kerst geboren Zoon is de Geliefde, die gegronde hoop geeft. Waarom? Hij is Gods Rechterhand, die ook in het nieuwe jaar voor ons bidt. Wát?
Dat ons geloof níet zal ophouden (Luc.22:32). Jezus is de hoop onder álle omstandigheden, dat ‘als God ons soms met linkerhand tegen de grond drukt, Hij Dezelfde is die ons met de rechterhand opricht’! In Christus blijft God Dezelfde. Gisteren, vandaag en voor altijd (Hebr.13:8). Amen.