Eredienst – zondag 11 december 2016 om 10.00
Categorie:Digipreek
Voorganger: Ds. Laseur
Thema: Ruth!
- Orgelspel
- Woord van welkom, mededelingen, stil gebed
- (staande) Zingen: Liedboek 2013 nr. 107: 1, 2
- (staande) Bemoediging en groet
- Zingen: Liedboek 2013 nr. 444
- Het grote gebod: Mattheüs 22: 37-40 (BGT)
- Zingen: Evangelische Liedbundel nr. 495
- Gebed om Gods vergeving en Geest
- Schriftlezing: Ruth 1: 10-19
- Zingen: Reinier Kleijer DV nr. 22 (melodie: Altijd is Kortjakje ziek)
- Schriftlezing: Mattheüs 1: 1-5 (BGT)
- Benno Kok (orgel) en Anne-Mirl Bannink-van der Giessen (zang): Gabriel’s Greeting
- Toelichting Kerstproject Zondagsschool
- Zingen: R. Kleijer nevendienstlied 6 (melodie: Liedboek nr. 801), terwijl kinderen groepen 1 t/m 8 naar de nevenruimte gaan
- Prediking n.a.v. Ruth 1: 16 (BGT)
- Benno Kok (piano) en Ronald Bannink (viool): Serenade van Toselli (1883-1926)
- Dienst der gebeden
- Inzameling der gaven, terwijl Benno Kok (piano), Ronald Bannink (viool) en Anne-Mirl Bannink-van der Giessen de ‘Breton Carol’ ten gehore zullen brengen
- (staande) Zingen: Liedboek 1938 nr. 221
- (staande) Wegzending en zegen (3x gezongen Amen)
- Orgelspel
Tekst: Ruth 1: 16 (BGT)
Maar Ruth antwoordde: ‘Zeg toch niet steeds dat ik terug moet gaan! Ik laat u niet in de steek. Waar u heen gaat, daar ga ik heen. Waar u woont, daar wil ik ook wonen. Uw volk is mijn volk, en uw God is mijn God.’
Cliff Richard zong ooit het lied: ‘Every face tells a story.’ En de ogen van zo’n gezicht zijn ergens de spiegel van de ziel. En op de ziel van elk mens staan krassen. Door ingrijpende dingen, die we meemaken. Soms begint dat al in het land van onze jeugd. En sommige mensen geven daarvan ook signalen af.
Vandaag komen we zo’n persoon tegen. Ze heet Naomi. Bij terugkeer naar Bethlehem als weduwe zegt ze: ‘Rijk gezegend ging ik met man en zonen van hier, maar ik kom met lege handen terug. Ik zie het niet anders dan zo: ‘God heeft zich tegen mij gekeerd (vs.21).’ Eigentijds: ‘Waarvoor word ik nu gepakt?’
Op zich een menselijk en herkenbaar geluid. Maar het is een houding, die onwillekeurig doorwerkt op eigen directe omgeving. Immers alle mensen staan voor dezelfde vragen. Ook voor die van leven en dood. Hoe ieder daarmee omgaat, is uniek. En dan wordt er toch ergens naar jou en mij als gelovige gekeken.
Daarmee raken we aan nog een gevoelig punt op weg van het geloof. Waarom komt de ene schoondochter daarbij wel tot ontluikend geloof en de andere niet? Ruth (vriendin), weduwe van Machlon (ziekelijke), gaat mee als asielzoekster naar Israël. Maar Orpa (koppig), weduwe van Chiljon (kwijnende), niet!
De startpositie van Ruth was weinig benijdenswaardig. Vergelijkbaar met die van een Duitse in Nederland vlak nà de oorlog. Zoals Naomi Jodin was in Moab. Moab (van vader): naam van oudste (klein)zoon van Lot bij zijn oudste dochter (Gen.19:37). De weg van het voorgeslacht van Jezus is niet zo verheven.
Moab: toenmalige graanschuur van het Midden-Oosten. Moab: land van Kamos, god van de vruchtbaarheid. De verering ging gepaard met prostitutie. Moab: vijand van Israël, waarmee richter Jefta het vaker aan de stok had. Er werden dan niets en niemand ontziende rooftochten in het Land van Beloften gehouden.
Hoe kan iemand, die de klok geestelijk zo warrig heeft horen luiden, komen tot een uitspraak als die van Ruth bij Naomi: ‘Zeg toch niet steeds dat ik terug moet gaan! Ik laat u niet in de steek. Waar u heen gaat, daar ga ik heen. Waar u woont, daar wil ik ook wonen. Uw volk is mijn volk, en uw God is mijn God.’
’t Is wáár. Wie voor God kiest, krijgt ook met Zijn volk te maken. En de vraag is of Ruth meekomt dankzij òf ondanks de kinderen Gods om haar heen. De vraag is dan ook: Wat voor beeld van God had Ruth? ‘t Is als met een kleurplaat. Je krijgt pas een voorstelling van Hem aan de hand van stippen (aan de horizont).
Doop, ouders, opvoeding, gemeente, school, vrienden. Alles doet mee. Je weet soms zelf niet hoe. Het verband ertussen, lijnen, op weg naar de toekomst ga je zien, als je zelf ook bijbel leest en bidt. Je wordt dan gevoelig gemaakt. Leef je geestelijk niet langer als eilandgast, maar meer met je hart naar de Here toe.
Zo ging het bij Ruth als voorloopster in de lijn der geslachten naar Jezus toe. Voor haar en Hem géén plaats in de herberg. Met in het begin meer moeilijks dan moois. Maar als stippen dankzij God gaandeweg lijnen worden gaat het ergens naar toe. Is ’t de weg naar Huis. Dankzij Jezus. Mét een lijntje naar Boven!
Amen.