Wat is zalven?

Wat is zalven? Wie worden er gezalfd en waarom?

In het Oude Testament worden koningen en priesters gezalfd, maar ook de voorwerpen in de tabernakel. De tabernakel is de tent (draagbare tempel) van God die gemaakt is tijdens de woestijnreis van het volk Israël. De tent waarin ook de ark staat.

In Ex 30, vers 22 tot 25 staat hoe je deze olie moet maken voor de zalving:

  • 5 kg vloeibare mirre (dikke lichtgele olie met een warme kruidige zoetige, enigszins rokerige geur)
  • 2,5 kg geurige kaneel
  • 2,5 kg geurige kalmoes (scherpe kruidige geur die doet denken aan Beerenburger of Deventer koek)
  • 5 kg kassia (een iets scherpere variant van kaneel)
  • 6 liter olijfolie

Mirre wordt gewonnen uit hars van bepaalde bomen van het geslacht Commiphora.
Kaneel en kassia zijn beide gedroogde boomschors van speciale laurierbomen.
En kalmoes is een moerasplant, waarvan de wortelstok gebruikt wordt. Maar ook de bladeren zijn geurig.

In Exodus wordt nadrukkelijk gezegd dat deze olie met zorg gemaakt moet worden door een echte zalfbereider en dat ze heilig is. Het is niet de bedoeling dat mensen zich er lichamelijk mee verzorgen. In die tijd werd olie namelijk gebruikt om het lichaam te wassen en ook gebruikt als parfum.
Deze heilige olie heeft namelijk een speciale betekenis. Voorwerpen of mensen die gezalfd worden met deze olie, worden apart gezet, geheiligd, voor de dienst aan God. Zo krijgt Mozes de opdracht om Aäron, de broer van Mozes, en diens zonen te zalven, zodat ze God kunnen en mogen dienen als priesters in de tabernakel. Ze zijn aan God gewijd.

Het nageslacht van Aäron wordt door God gekozen als het priesterlijk geslacht. Daarmee zijn de priesters al vanaf hun geboorte voor hun ambt bestemd. Maar ze worden pas door de zalving in hun functie bevestigd.

Ook koningen worden gezalfd. Zie bijvoorbeeld David, die als jonge jongen in opdracht van God tot koning gezalfd wordt door de profeet Samuël. Vanaf dat moment is hij apart gezet voor God. Pas veel later wordt hij ook daadwerkelijk koning. Op dat moment wordt hij nóg een keer door de mensen gezalfd die hem als koning aanvaarden.

De zalving met deze heilige olie is niet alleen symbolisch. Het grijpt in, in je leven. Kijk naar wat er met Saul gebeurt direct nadat hij door Samuël tot koning is gezalfd (maar nog geen koning is). In 1 Samuel 10 vers 9 staat “En het gebeurde, toen Saul zich omdraaide om bij Samuël weg te gaan, dat God zijn hart veranderde.”

Voor het ritueel van het zalven werd vaak een hoorn van een ram gebruikt en soms een kruikje gevuld met olie. Dat werd dan over het hoofd van de aanstaande koning of priester uitgegoten.

Ook Jezus is gezalfd! Door God.

In Jesaja 61: 1a staat “De Geest van de Heere is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft”.
Petrus legt later aan een Romeinse legeroverste (Handelingen 10:38) uit, dat Jezus is gezalfd met de Heilige Geest en met kracht door God. Zo kan Hij zijn werk doen voor God op deze aarde; God is met Hem.
Jezus wordt ook wel de Messias genoemd. Messias is afgeleid van het Hebreeuwse woord masjiach en betekent hetzelfde als het Griekse woord Christos, namelijk : gezalfde.

Door deze zalving is Jezus geheiligd, apart gezet voor God. Hij behoort God toe en dient Hem op deze aarde en in de hemel. Die zalving past tegelijk ook zo mooi bij wie Jezus is: Hij is onze Priester (middelaar tussen God en mensen, Die hét offer brengt) en zal Koning zijn over heel de schepping. Een dubbele zalving !


Door deze site te gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

Cookies op deze website

Als u deze website gebruikt wordt er een aantal cookies geplaatst. Hieronder geven we een korte uitleg.

Mededelingen pop-up
Soms hebben we een belangrijke mededeling die we aan u laten zien in de vorm van een pop-up. We plaatsen dan ook een cookie die reguleert wanneer u de mededeling te zien krijgt.

Google Maps
Op de Contact pagina vindt u een kaartje van Google, waarop u kunt zien waar de Bethelkerk is. Hier kunt u ook een routebeschrijving aanmaken. Als u deze pagina opent plaatst Google cookies.

Sluiten