Heeft God tegen koning Saul van Israël gezegd mensen te doden? Moesten de Filistijnen dood? Gods volk, de Israëlieten, vechten veel. Bijna constant tegen de Filistijnen. En het gebeurde in Gods Naam. God is toch niet van moorden?!
Om bij het laatste te beginnen: Nee, God is niet van moorden, maar van gerechtigheid! En daarom zal ik eerst wat vertellen over de Filistijnen, waarnaar Palestina is genoemd.
Het was een zeevolk dat komt van het Griekse eiland Kreta. Ze vormden coalities met andere zeevolken en vanaf de 12e eeuw voor Christus lezen we in Egyptische verhalen dat ze zich zó sterk voelen dat ze Egypte aanvallen. Ramses III overwint ze wel, maar kan niet voorkomen dat een grote groep zich vestigt aan de kust van Palestina. Een ander deel van de Filistijnen ging waarschijnlijk in ‘vreemde’ krijgsdienst bij Egypte om de kust te bewaken. Dat zou verklaren dat we in de volkeren-lijst van Genesis 10:13,14 lezen:
Mitsraïm (=Egypte) verwekte… de Kasluhieten, uit wie de Filistijnen zijn voortgekomen, en de Kaftorieten. En die Kaftorieten komen uit Kreta. (Deut.2:23 / Jer.47:4 / Amos 9:7)
In ieder geval groeit de groep Filistijnen aan de kust van Kanaän, ten zuiden van Jaffa. En zij proberen steeds meer land te veroveren, al plunderend, ten koste van de Israëlieten. Ze zijn in het voordeel met hun ijzeren strijdwagens en wapenhandel (1 Sam.13:19-22).
De Israëlieten hadden geen ijzer, maar brons.
De hele tijd, vanaf de tijd dat Jefta richter is tot koning David, zijn ze nadrukkelijk aanwezig als grootste vijand van het volk Israël, evenals voor andere volken. 200 jaar strijd.
De Filistijnen hadden 5 grote steden: Asdod, Ekron, Askelon, Gath en Gaza. Met in elk van die stadstaten een vorst. En die vorsten overlegden alles met elkaar, de Pentapolis, en waren samen erg sterk en gevreesd. Vooral die van Gath.
De bekende Palestijnse leider Arafat claimt regelmatig dat de Palestijnen rechtstreeks afstammen van de Filistijnen. Als dat echt bewezen kan worden, dan is het Palestijnse volk dus niet Arabisch, maar van Griekse oorsprong!
De strijd werd van beide kanten hard gestreden, vele duizenden slachtoffers aan beide kanten.
In Richteren 3 staat iets belangrijks; het beloofde land is voor een deel ingenomen, zoals God had gezegd, maar nog niet alle delen. Dan staat er:
Dit nu zijn de volken die de HEERE liet blijven om Israël door hen op de proef te stellen:….. 5 vorsten van de Filistijnen…. En in Richteren 13 lezen we:
En de Israëlieten deden opnieuw wat slecht was in de ogen van de Here. Daarom gaf de Here hen over in de hand van de Filistijnen. 40 jaar lang.
God kan volken gebruiken om Zijn eigen volk te straffen. Maar ook volken straffen om wat zij Gods volk hebben aangedaan…
Het is aan Hem, Zijn besturing!
Maar dan verschijnt een engel aan de vrouw van Manoach en zegt: Zie toch… u zult een zoon baren… En er mag geen scheermes op zijn hoofd komen. Want het jongetje zal van de moederschoot af… aan God gewijd zijn en hij zal beginnen Israël te verlossen uit de hand van de Filistijnen.
Simson voert de strijd alleen, zoals ook Jezus later doet. Hij brengt geen leger op de been, maar hij dood vele Filistijnen, en bij zijn dood nog meer dan in zijn leven. (Richt. 16:30)
In de tijd onder de profeet Samuël en koning Saul leek de strijd helemaal hopeloos. De ark van het verbond wordt geroofd, gelukkig ook teruggestuurd. Samuël behaalde ook wel een overwinning toen het volk zich bekeerde in Mizpa (1 Sam.7), maar de blijvende strijd deed wel het volk sterk verlangen naar een koning…
En toen Saul tot koning werd gezalfd, lag in Geba een Filistijnse bezetting. Veel later verslaat Sauls zoon Jonathan dat garnizoen (1 Sam.13:3). Het is het vervolg op het werk dat Simson begonnen is. God heeft besloten dat dat volk zóveel aangericht heeft, dat het gestopt moet.
Denk maar aan hoe David als jongeling Goliath te lijf gaat met zijn steen. Goliath hoonde Israëls God!!! Pas onder de volwassen David en zijn zoon Salomo kunnen de Filistijnen teruggedreven worden naar de kust. Maar David had steeds overleg met de Here.
GEEFT GOD OPDRACHT AAN SAUL MENSEN TE DODEN?
Ja, dat kan. We kijken naar Amalek.
De Amalekieten woonden ten zuiden van het gebied dat later aan de stam Juda behoorde. Zij deden steeds gemene invallen in Kanaän en zijn er toen waarschijnlijk blijven wonen.
In Ex.17:8-16 lezen we van de overwinning van Israël op Amalek in Rafidim tijdens de reis door de woestijn. Amalek was de strijd begonnen en Jozua moet wel strijden. Mozes, Aäron en Hur gaan op een heuveltop staan en Mozes houdt daar de staf van God omhoog. Zolang die hoog is, is Israël aan de winnende hand, zakt de staf dan wordt Amalek sterker. Totdat de zon ondergaat staat Mozes daar gesteund door zijn broer en Hur. Zo wordt Amalek overwonnen.
En de Here zegt: Schrijf dit ter nagedachtenis in een boek en prent het Jozua in, dat Ik de herinnering aan Amalek van onder de hemel geheel zal uitwissen.
De strijd van de Here zal tegen Amalek zijn, van generatie op generatie!
Tussen al de wetten en regels in Deuteronomium lezen we dat Mozes het volk nog eens voorhoudt om de Amalekieten uit te roeien (Deut. 25:17-19):
Denk aan wat Amalek u onderweg aangedaan heeft, toen u uit Egypte wegtrok; hij ontmoette u onderweg en overviel bij u in de achterhoede alle zwakken achter u, terwijl u moe en uitgeput was; en hij vreesde God niet. Als de Heere, uw God u rust gegeven heeft van al uw vijanden van rondom, in het land dat de Here uw God u als erfelijk bezit geeft om dat in bezit te nemen, moet het zó zijn dat u de gedachtenis aan Amalek van onder de hemel uitwist. Vergeet het niet!
In de Richterentijd benauwen de Amalekieten Israël steeds weer. En dan krijgt de profeet Samuël van God de opdracht tegen koning Saul te zeggen: Zo zegt de Heer: Ik heb acht geslagen op wat Amalek Israël heeft aangedaan, hoe hij zich tegen hem gekeerd heeft op de weg toen hij uit Egypte kwam. Ga nu heen, en versla Amalek en sla alles wat hij heeft met de ban. Spaar hem niet, maar dood hen van man tot vrouw, van kind tot zuigeling, van rund tot schaap, van kameel tot ezel.
En als Saul dan toch koning Agag in leven laat, en wat mooi vee (1 Sam.15), wordt hij als koning verworpen en doodt de profeet Samuël zèlf Agag.
De maat van de zonde van Amalek was vol voor de Here. Ja, in het Oude Testament staan veel moeilijke passages over veel geweld. Ook toegelaten en zelfs in opdracht van God die liefde is. Maar in het Nieuwe Testament, wanneer Jezus op aarde is gekomen, lezen we dit gelukkig nooit meer.
Toch waren er nog Amalekieten gevlucht, maar uiteindelijk verslagen. Dat was door Bileam al geprofeteerd. (Numeri 22-24):
Koning Balak van Moab heeft de waarzegger Bileam ingehuurd om het volk Israël te vervloeken. Maar in plaats van een vloek, spreekt deze 3x een zegen uit over Gods volk. Hij kán niet anders dan zegenen, omdat God het volk zegent! En als God dat zegt, doet Hij dat ook! [beloofd is beloofd]
Bileam zegt: God heeft hen uit Egypte geleid… er bestaat geen bezwering tegen Jakob.(Num.23:22)
Dat klopt, want Abraham kreeg in Gen.12 de belofte:
Ik zal zegenen wie u zegenen, wie ú vervloekt zal Ik vervloeken.
Dus, wie Israël vervloekt, wordt zelf vervloekt.
Koning Balak wordt dan boos en stuurt Bileam terug naar huis, maar eerst profeteert hij nog over de tegenstanders van Israël. En Bileam zegt er bij, dat deze profetieën zullen uitkomen in de eindtijd:
Er zal een ster uit Jakob voortkomen, een scepter uit Israël. Hij spreekt over Jezus die de vijanden van Israël zal verslaan. En tussen die profetieën staat ook: Amalek is de voornaamste van de heidenvolken, maar zijn einde is dat hij ten onder gaat. (Num.24:20)
Het volk van Amalek, kleinzoon van Ezau, achterkleinkind van Izak, zal ten onder gaan.
God, die rechtvaardig is, heeft het besloten.